Pagina's

Pecannoot

De pecan (Carya illinoinensis) is een boom die inheems is in Mexico en zuidelijke delen van de Verenigde Staten. Het is een loofboom die kan uitgroeien tot een hoogte van wel 40 meter. De pecan behoort tot dezelfde familie waartoe ook de walnoot behoort en het zal dan ook geen verrassing zijn dat de vorm van de pecannoot veel lijkt op die van de walnoot.

De pecannoot is technisch gezien geen echte noot, maar een steenvrucht. Zoals die naam al aangeeft is het een vrucht met daarin een enkele pit, de steen. Die wordt weer omhuld door een stevige ovaalvormige bolster, welke uiteindelijk in vier delen openbarst om de noot de kans te geven een nieuwe pecanboom te worden.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Carya, is afgeleid van het Griekse woord Karua (καρυα) dat 'walnoot' betekent. Carya, een koningsdochter uit het oude Griekenland, werd begeerd door de Griekse god Dionysus ofwel de Romeinse Bacchus. Dat liep niet helemaal goed af en uiteindelijk veranderde Dionysus haar uit pesterigheid in een walnootboom. Aldus de eeuwenoude legende. Het tweede deel, illinoinensis, vernoemt de Amerikaanse staat Illinois en dat is wat hebberig omdat de soort in veel grotere delen van de USA en zelfs Mexico voorkomt.

Eenmaal volwassen kan een pecan meer dan 300 jaar lang productief blijven. De zaden of noten van de pecan zijn eetbaar met een rijke, bijna boterige smaak. Ze kunnen vers geconsumeerd worden, maar wordt ook toegepast in diverse recepten en dan vaak in zoete desserts. Een zeer bekend recept is die van de in de zuidelijke staten van de USA traditionele pecan pie.
De pecannoten werden al door de inheemse bevolking met plezier gegeten en verhandeld. De Spaanse kolonisten vonden het na een tijdje ook al een delicatesse en noemden hem nuez de la arruga ('gerimpelde noot'). Tegenwoordig produceert de US bijna 95% van de wereldproductie. Het succes heeft er toe geleid dat ook andere landen pecans gingen aanplanten en de concurrentie komt dezer dagen uit Argentinë, Brazilië, Australië, Israel en China.

De zaden bevatten tot 75% vet en circa 10% eiwit. Het vet bestaat voor meer dan de helft uit enkelvoudige onverzadigde vetten en circa 30% meervoudig onverzadigde vetten. Hiernaast bevatten ze hoge waarden aan zink, mangaan, fosfor en vitamine B1.

Hier en daar wordt gemeld dat het eten van pecannoten kan helpen om kanker tegen te gaan. Dat ze gezond zijn is boven elke twijfel verheven, maar de strijd tegen kanker kun je zeker niet winnen met pecannoten. Er is één wetenschappelijk onderzoekje geweest met een verwante soort, de Chinese walnoot (Carya cathayensis), dat gepubliceerd is in een obscuur vakblad, maar dat zegt niets over de pecannoot of hoeveel je daarvan zou moeten opeten[1].

[1] Wu et al: New antitumor compounds from Carya cathayensis in Bioorganic and Medicinal Chemistry Letters - 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten